1. Neem af en toe een bad voor het slapen gaan. Dat ontspant het lichaam waardoor je beter zal slapen.
2. Bouw een vaste slaaproutine op. Probeer altijd rond hetzelfde uur te gaan slapen en op te staan.
3. Lig niet in je bed te piekeren. Kan je niet slapen? Sta dan op en kijk wat tv of lees een boek. Zo breng je jezelf op andere gedachten en ga je vanzelf in slaap vallen.
4. Met een zware maag gaan slapen, kan je nachtrust verstoren. Vermijd dus een zware maaltijd voor het slapengaan. Maar ook met honger gaan slapen is niet bevorderend voor de nachtrust. Heb je ’s avonds nog honger? Eet dan een kleine snack.
5. Zorg ervoor dat je goed en comfortabel ligt. Zoek een matras waar je je goed in voelt en een kussen dat je nek voldoende ondersteund.